Kaat | To kink or not to kink
Kaat kijkt mee in de slaapkamer, in élke slaapkamer
Had ik al gezegd dat ik werkelijk de allerbeste job in de wereld heb? Ik denk het wel, hè? Niet alleen de allerbeste baan trouwens, ook de meest boeiende! Door mijn werk als seksuologe krijg ik een exclusieve inkijk in de slaapkamer van heel wat mensen. Een inkijk die vaak niemand heeft. Want bij mij kan en mag alles gezegd worden, zonder dat ik daar een waardeoordeel over heb en zonder dat daar gevolgen aan verbonden zijn. Mijn praktijkruimte is voor mijn mensen een ‘safe space’ en door die veiligheid, durven mijn cliënten (of mijn mensen, zoals ik ze liever noem) ook hun zogenaamd ‘rare’ (let op de aanhalingstekens!) kanten te tonen. Ik vind het een gigantisch voorrecht dat ik ook deze facetten mag aanschouwen en samen met mijn mensen mag zoeken hoe ze hiermee aan de slag kunnen.
Een parafilie of een kink?
Bij mij gaat het dus niet enkel over vanille-seks, maar ook parafilieën komen uitvoerig aan bod. Voor degenen die dat woord niet kennen (wat ik snap als je geen seksuologie gestudeerd hebt): “Een parafilie is een ongewone, atypische seksuele interesse of voorkeur voor bepaalde activiteiten of bepaalde erotische doelen of objecten.” Voorbeelden van parafilieën zijn: voyeurisme, sadisme, masochisme, frotteurisme, … In mijn praktijk probeer ik dit woord echter niet te veel te gebruiken. Het woord parafilie is immers het woord dat gebruikt wordt in de DSM. De DSM is een soort van handboek waarin alles ‘mentale afwijkingen/stoornissen (die lijden met zich meebrengen)’ omschreven staan. Zoals dus ook parafilieën. Maar, zelf zie ik een ‘afwijkende’ seksuele voorkeur niet als een stoornis, maar als een variatie. Sommige mensen worden opgewonden van vanille seks, andere mensen worden opgewonden van tegen iemand anders aan te schuren. Prima. Zolang alles maar met instemming (consent) gebeurt, is er volgens mij geen probleem. Daarom dat ik in mijn praktijk steeds het woord ‘kink’ gebruik. Een definitie voor het woord kink: “Kink is een overkoepelende term die wordt gebruikt om een breed scala aan seksuele activiteiten te beschrijven die als onconventioneel of onorthodox worden beschouwd.” Ikzelf hanteer de term kink vooral voor alles wat verder gaat dan de ‘normale’ vanilleseks.
Kinksters als inspiratiebron
Doordat ik ook wel bekend ben als open-minded seksuologe (dat krijg je dan hé, als je geen psychologe meer mag zijn), krijg ik in mijn praktijk veel kink-minded mensen over de vloer. Mensen uit de BDSM-scene, koppels die aan cuckolding doen, mensen met een voorkeur voor pampers of net nylons en hoge hakken. Noem het en ik heb het vermoedelijk al eens langs zien komen. And I like it! Als ik eerlijk ben, vind ik mensen met een kink steeds heel inspirerend: vaak gaan zij veel meer op in hun seksualiteit dan mensen zonder kink. Ze stoppen meestal meer energie, meer fantasie, meer moeite, meer tijd in hun seksleven, waardoor hun seksleven ook boeiend blijft. Eigenlijk kunnen we dus heel veel van hen leren!
Vijf dingen die we bijvoorbeeld zeker kunnen kopiëren zijn:
- Steek voldoende tijd in je seksleven. Door enkel snel te vrijen, doe je partner én jezelf tekort. Seks kan een boeiend spel zijn, maar je moet er wel je tijd voor nemen.
- Een boeiend spel vraagt om goede spelregels. Spreek je grenzen duidelijk naar je partner uit: wat vind je oké, waar twijfel je wat over en wat vind je niet oké? Doordat de grenzen duidelijk zijn, kan er in het speelveld volop gespeeld worden!
- Een goed spel vraagt ook om de nodige attributen. Dat kunnen sekstoys zijn, maar dat kan ook een mooie, verrassende outfit zijn. Durf wat out of the box te denken en spice de boel een beetje op.
- Een goed voorspel is het halve werk. Vaak zijn kinksters uitvoerig bezig met de komende vrijpartij: ze zoeken kledij of een club uit, ze vertellen hun partner wat ze met hem of haar willen doen, ze googelen naar inspiratie of spreken met gelijkgestemden. Probeer zelf ook wat meer voorspel op jezelf te hebben: kijk uit naar de volgende vrijpartij en durf deze op een spannende manier voor te bereiden.
- En ook aftertalk is belangrijk. Juist omdat kinksters vaak spelen met grenzen en soms ook met machtsverschil, is het voor hen heel belangrijk om na elke vrijpartij een kort evaluatiemoment in te plannen: wat was fijn? Waarom? Wat was misschien minder fijn? Waarom? Is er iets gebeurd dat (net) over de grens ging? Wat? Hoe kunnen jullie daar volgende keer mee omgaan? Wat wil je graag nog eens herhalen? Door deze nabespreking houdt iedereen een goed gevoel over aan de vrijpartij én worden komende vrijpartijen nog beter.
Toch is het vaak niet zo simpel…
Helaas zie ik vaak dat het hebben van een kink in het begin een grote worsteling is. Veel mensen schamen zich ervoor en durven er niet open voor uitkomen naar hun partner toe. Ik zie soms mannen die een dergelijk geheim tientallen jaren met zich meeslepen. En nee, dat zijn niet de uitzonderingen. Vaak hebben mensen het moeilijk met het feit dat ze schijnbaar niet ‘normaal’ zijn en zolang je jezelf niet accepteert zoals je bent, verwacht je natuurlijk ook dat een ander dit niet gaat kunnen. Mensen verzwijgen hun kink dus vaak uit angst dat hun partner hen anders gaat zien, eens hij of zij op de hoogte is. Het mooie is dat ik in mijn praktijk vaak zie dat dit niet het geval is: als de liefde groot genoeg is, wordt er quasi altijd een weg gevonden. Dat is soms moeilijk en zoeken, maar uiteindelijk zijn beide partners vaak zielsgelukkig met het feit dat ze zo zichzelf kunnen zijn, zo dicht bij elkaar staan door het proces én zo een bevredigend seksleven hebben…
Mocht jij dus een kink hebben of misschien ‘gewoon’ fantasieën waar je je wat voor schaamt, probeer ze toch te delen met je partner. Misschien wil je partner jouw fantasieën wel waarmaken… 😉