KAAT | Seksuele voorlichting
Mijn kindjes zijn ondertussen bijna zes, wat vliegt de tijd! Ze worden groter, hun lijfjes worden groter en met het groter worden komen er natuurlijk ook vragen, nog meer vragen. Dus ja, seksuele voorlichting is iets dat bijna dagelijks aan bod komt ten huize Bollen. Meestal heel basaal als: je mag iemand anders alleen aanraken als hij/zij dat ook wil, maar het gaat hier ook over seksuele geaardheid want ja, mijn dochter wil momenteel trouwen met haar beste vriendinnetje.
We zijn er te laat bij
Helaas duurt het hier nog een tijdje voor ze ook op school seksuele voorlichting krijgen. Dat vind ik toch zo zonde! Ik pleit ervoor om met seksuele opvoeding te beginnen in de kleuterklas. Ja, dat lees je goed! Natuurlijk hoeft het dan nog niet over de geslachtsgemeenschap (ahum) te gaan, maar het zelfbeschikkingsrecht bijvoorbeeld, daar kunnen we toch niet vroeg genoeg over beginnen? En het belang van consent, ook dat is er eentje die echt al vanaf peuter/kleuterleeftijd centraal kan én moet staan. Ik denk dat we heel wat kansen laten liggen om een goed fundament te leggen op vlak van seksualiteit. Maar, ik blijf hoopvol. Misschien dat er nog wat hervormingen komen en men ooit gaat inzien dat je goed voelen in je seksualiteit en ervoor kunnen zorgen dat anderen zich ook goed voelen in hun seksualiteit even belangrijk is als kunnen lezen en schrijven!
Die kans is aan mijn neus voorbij gegaan. Ik kom echt uit de generatie die op school enkel de biologische omschrijvingen en waarschuwingen meekreeg. Zo droog mogelijk gebracht, uiteraard. Dat wil zeggen dat ik veel gemist heb, en dat heel mijn generatie veel dingen gemist heeft. Laat staan de generaties boven ons!
Daarom zet ik in deze blog graag 10 dingen op een rijtje die je vermoedelijk niet geleerd hebt tijdens je seksuele voorlichting, maar die je eigenlijk wel had moeten leren. 10 dingen waarvan ik hoop dat mijn tweeling ze binnenkort wel aangereikt krijgt. En anders hebben ze natuurlijk geluk met een seksuologe als mama! 😉
10 dingen die je had moeten leren tijdens de seksuele voorlichting (in willekeurige volgorde)
Een kleine disclaimer op voorhand: ik haal hieronder deze tien puntjes kort aan, het spreekt voor zich dat mijn uitleg daardoor per definitie onvolledig en niet genuanceerd genoeg is. Ik probeer hier vooral een eerste aanzet te geven.
1. Er bestaat niet zoiets als een libido
Het woord libido lijkt te insinueren dat het een vaststaand iets is. Net zoals je lange benen hebt of korte benen: je hebt een hoog libido of een laag libido. Dat klopt niet. Onderzoek geeft aan dat de zin in seks fluctueert doorheen ons leven: soms hebben we meer zin in seks, soms hebben we minder zin in seks. Deze zin in seks wordt door drie belangrijke factoren bepaalt: door biologische factoren (zo zorgt de pil vaak voor minder zin en hebben we meer zin als we verliefd zijn door de hormonen die dit opwekt), door psychologische factoren (mensen met een depressie of een laag zelfbeeld hebben bijvoorbeeld meestal minder zin in seks) en sociale factoren (als je relatie slecht loopt, heb je meestal minder zin in seks en tijdens de tweede coronagolf hadden we met zijn allen minder zin). Wanneer je dus meer zin zou willen hebben (hypnotisch gezien) is hier ook geen pilletje of wonderoplossing voor, maar moet je kijken hoe je deze drie grote categorieën van factoren positief kan beïnvloeden.
2. Consent is key
Misschien wel het allerbelangrijkste. Alles is oké op seksueel vlak, zolang het maar met instemming gebeurd. Belangrijk is ook dat die toestemming (consent dus) duidelijk gecommuniceerd wordt. Wanneer iemand niet neen zegt, wil dat niet zeggen dat hij/zij ja zegt. Iemand zegt pas ja als hij/zij ook daadwerkelijk ja zegt. Met woorden, niet met zijn/haar lichaam. Maar eens die ja er langs alle kanten is: have fun!
3. De uitwendige clitoris is het topje van de ijsberg
Als jullie mijn blogs wat volgen weten jullie inmiddels: de clitoris is inwendig gemiddeld nog een 12 a 13cm groot. Net als de penis beschikt ze over zwellichamen en wordt ze bij opwinding groter (en dus gemakkelijker om te stimuleren). Dat is belangrijk want de clitoris is een orgaantje dat enkel en alleen instaat voor ons seksueel genot. Een orgaan dat we dus goed moeten kennen zodat we er ook ten volle gebruik van kunnen maken!
4. Seks is leuk
Het lijkt een inkoppertje he? Maar nog te vaak wordt tijdens de seksuele opvoeding de nadruk gelegd op het feit dat seks er ten eerste voor kan zorgen dat je zwanger wordt en er ten tweede voor kan zorgen dat je een soa oploopt. En dat moet je als jeugdige natuurlijk allebei vermijden. Dus waarom zou je eigenlijk seks hebben? Omdat het leuk is natuurlijk! Omdat het zorgt voor genot, voor verbinding, voor troost, voor ontspanning, omdat het gezond is,… Zoveel redenen!
5. Echte seks lijkt evenveel op pornoseks als een normale relatie op een romcom
Er is helemaal niets mis met porno. In tegendeel! Het kan heel opwindend zijn om te kijken, het kan inspiratie bieden ook. Maar, pornoseks is geen echte seks. Het is gefilmde seks die als bedoeling heeft opwinding teweeg te brengen. We weten allemaal dat films niet echt niet, porno dus ook niet. Het is heel efficiënt in dat waar het voor moet dienen (geilheid oproepen), maar het is niet de realiteit. Dat hoeft ook niet. Een actiefilm of romcom hoeft ook niet echt te zijn, die moeten net spanning of warme gevoelens oproepen. Porno is dus nep. Probeer het niet na te streven in je slaapkamer. Er is niets mis met huis-tuin-en keukenseks. Met af en toe een vleugje porno als je wil!
6. Er zijn verschillende soorten geaardheden, waaronder: hetero, homo/lesbisch, biseksueel, panseksueel, aseksueel, en meer.
De meeste mensen zijn inderdaad overwegende hetero en vallen dus op iemand van het andere geslacht. Maar er zijn ook veel mensen die overwegend homo of lesbisch zijn en dus vallen op iemand van hetzelfde geslacht. Het kan ook zo zijn dat je op zowel mensen van hetzelfde als het andere geslacht valt, en dan wordt je biseksueel genoemd. Panseksualiteit wordt vaak vergeleken met biseksualiteit, maar dit is niet helemaal hetzelfde. Bij panseksualiteit val je op personen van alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Let hierbij op het woord overwegend: bijna niemand is voor de volle 100% hetero of voor de volle 100% homo/lesbisch. De meeste mensen zitten hier ergens tussenin en de mate waarin je er tussenin zit, kan ook nog eens variëren doorheen je leven. Verder zijn er ook ongeveer 1% van de mensen aseksueel: zij ervaren geen seksuele gevoelens/behoeftes. Het spreekt voor zich dat elke geaardheid gelijkwaardig en waardig is.
7. Er zijn veel genderidentiteiten, de twee grootste groepen zijn: cisgender en transgender
Er zijn tientallen genderidentiteiten. De twee grootste groepen zijn: cisgender en transgender. Bij cisgender mensen komt de genderidentiteit overeen met hun biologisch geslacht. Ik bijvoorbeeld heb een vulva en werd bij mijn geboorte dus een meisje genoemd. Ik voel me ook vrouw, dus ik ben cisgender. Bij transgender personen komt de genderidentiteit niet overeen met hun biologisch geslacht. Een transvrouw wordt bij haar geboorte een jongetje genoemd omdat ze een penis heeft, maar zal zich heel haar leven wel vrouw voelen. Dit komt niet overeen met elkaar, en dat maakt haar transgender. Verder zijn er ook nog mensen die non-binair zijn: zij zijn met een biologisch geslacht geboren, maar voelen zich niet duidelijk man of vrouw (deze binaire onderverdeling klopt voor hen dus niet). Het spreekt voor zich dat elke genderidentiteit gelijkwaardig en waardig is.
8. Penetratie is het minst bijzondere deel van seks
Hier in het westen (en ook tijdens de biologieles) lijkt seks enkel en alleen om penetratie te draaien. Penis in vagina. En ja, dat kan natuurlijk een onderdeel zijn van je seksualiteitsbeleving, maar dat moet niet. Want eigenlijk is penetratie voor de meeste vrouwen niet zo heel stimulerend: omdat onze vagina een geboortekanaal is, zitten er maar weinig zenuwuiteinden in. Bevallen is immers al pijnlijk genoeg! Voor de meeste vrouwen is manuele of orale seks veel stimulerender. Dus hoewel penetratieseks ook heel fijn kan zijn, ontzeg je jezelf heel veel als je hierop focust!
9. Er zijn twee grote groepen relatievomen: monogaam en polygaam
Vroeger leek het simpel: huisje, boompje, beestje, kindje. En dat alles met één vaste partner. En dat kan een keuze zijn, maar dat moet niet. We moeten niet monogaam zijn en ons dus beperken tot één partner. Je kan er ook samen met je partner voor kiezen om een polygame relatie te hebben, waarin er ruimte is voor meerdere mensen. Dit kan dan een open relatie zijn, jullie kunnen swingen of voor een volwaardige poly-amoureuze relatie gaan, bijvoorbeeld. Zoveel mensen, zoveel mogelijkheden. Het spreekt voor zich dat elke relatievorm gelijkwaardig en waardig is.
10. Seksueel zijn is geen schande, maar een manier om je te uiten
Zeker voor vrouwen lijkt er nog steeds een stigma te hangen aan seksualiteit: als je te seksueel bent als vrouw, ben je een slet. En dat moet je niet willen zijn! Uiteraard slaat dit nergens op: zowel voor een man, een vrouw of een non-binaire persoon is het helemaal oke om erg seksueel te zijn. Net zoals het ook oke is om niet seksueel te zijn. You do you.
Hmmm, nu ik zo aan het schrijven ben, valt het mij op dat er nog veel meer dingen zijn die ik wil terugzien in de huidige seksuele voorlichting. Dat er nog meer dingen zijn waarvan ik hoop dat de huidige generatie ze wél hoort.
Wat zijn onderwerpen waarvan jullie vinden dat ze zeker aan het bod moeten komen? Wie weet wijd ik er dan nog wel een blog aan…